Farman te Stokkel - de dood van Nicolas Kinet
Op de paardenrenbaan van Stokkel te Sint-Pieters-Woluwe organiseerde de Aéro-club de Belgique in juli-augustus 1910 een vliegmeeting die twee weken duurde. Het was een manifestatie met grote namen als Olieslagers, Lanser en de Caters. Een van de deelnemers was Nicolas Kinet (geen relatie met de eerder omgekomen Daniel Kinet). Kinet gooide hoge ogen die dagen, tot 3 augustus. Een hevige windstoot greep zijn frêle Farman beet. De kranten berichtten:
'Men zag heel duidelijk dat Kinet poogde evenwicht te krijgen. Doch eensklaps kantelde het toestel om, maakte een verschrikkelijke zwenking en verdween. Een angstkreet steeg op uit de menigte.
'Hij is gevallen', riep men langs alle kanten. Men zag de luchtvlieger vervolgens in de lucht blijven, een kromming maken en neerdalen. (...)
Het ambulantierijtuig, bespannen met twee paarden, reed in volle draf met een dokter naar de plaats van het ongeluk. Eilaas, bij de eerste oogopslag oordeelde de geneesheer dat de toestand van het slachtoffer wanhopig was. (...)
De rampzalige vlieger moet met het hoofd eerst de grond geraakt hebben. Het gelaat is vreselijk gezwollen. Het moet een breuk betreffen, ener aan de schedel, het bloed vloeit langzaam uit de oren. De benen zijn gebroken door de motor welke er op terecht is gekomen. Het kunstmatig gebit, welke het slachtoffer droeg, werd door een gendarme verscheidene meters van het lijk opgeraapt.'
Op 6 augustus schreef men nog : 'In het gemeentehuis van Wezembeek hebben twee gendarmen de wacht gehouden bij het stoffelijk overschot van de ongelukkige Kinet. Woensdagavond bracht een medelijdend en godvruchtig persoon een klein zilveren kruisje om het aan de hals van het slachtoffer te hangen. Het lijk is neergelegd in de raadskamer en ligt op twee stoelen. Naast het lijk, op de schouw, branden kaarsen. Er staan verder een glas wijwater en een kruisbeeld.
Donderdagmorgen, om 10 uur, ontving Ridder de Burbure, burgemeester van Wezembeek, bericht van het parket, dat het ter plaatse niet zou afstappen. Het verzocht de burgemeester de overlijdensakte op te maken en toelating tot begraving te verlenen.'
Vandaag vinden we het graf van de tweede Belgische luchtvaartdode op de begraafplaats van Robertmont te Luik.
Albert I (April 8, 1875 – February 17, 1934) reigned as
King of the Belgians from 1909 to 1934. This was an eventful period in the
History of Belgium since it included the period of
World War I (1914 - 1918), when 90 percent of
Belgium was overrun, occupied, and ruled by the
German Empire. Other crucial issues included the adoption of the
Treaty of Versailles, the ruling of the
Belgian Congo as an overseas possession of the
Kingdom of Belgium along with the
League of Nations mandate of
Ruanda-Urundi, the reconstruction of Belgium following the war, and the first five years of the
Great Depression (1929 - 1934). King Albert was killed in a mountaineering accident in eastern Belgium in 1934, at the age of 58, and he was succeeded by his son
Leopold.
Albert Leopold Clemens Marie Meinrad [1] (
Brussel,
8 april 1875 -
Marche-les-Dames,
17 februari 1934),
prins van België, hertog van Saksen, prins van
Saksen-Coburg-Gotha, was van
23 december 1909 tot
17 februari 1934 Koning der Belgen.
Albert Ier, prince de Belgique,
duc de Saxe, prince de
Saxe-Cobourg-Gotha et
héritier présomptif de la
couronne belge (
1905-
1909) est né à
Bruxelles le
8 avril 1875. Il devient le troisième
roi des Belges le
23 décembre 1909, après la mort de son oncle
Léopold II. À partir de la
Première Guerre mondiale, il est surnommé le
Roi Soldat ou le
Roi Chevalier. Passionné d´
alpinisme et auteur de diverses ascensions importantes, il meurt dans un accident d'
escalade à
Marche-les-Dames le
17 février 1934.
Le Sablon1 (en
néerlandais :
Zavel) est un quartier situé dans le centre historique de
Bruxelles qui comprend le Petit Sablon et son square, l'
église Notre-Dame, la place du Grand Sablon ainsi que les rues avoisinantes.
De Zavel (Frans le Sablon) is een wijk in het historische hart van Brussel, aan de rand van de 12e-eeuwse versterkingen.
Zeer waarschijnlijk won men hier in het verleden zand (zavel is kleihoudend zand). In 1304 verkocht het Sint-Jansgasthuis dit terrein aan de gilde van de kruisboogschutters die hier een kerk bouwden. Voorheen had de plaats gediend om de doden van het hospitaal te begraven. De Onze-Lieve-Vrouw-ter-Zavelkerk valt op door haar 14 m hoge glasramen; de middelen om een toren te bouwen ontbraken.