Met eigendoms ex libris van Polydoor Daniëls*
formaat: 16,5 x 25 cm
264 pagina's
Polydoor DANIËLS
(1845-1944)
Polydoor Daniëls werd op 20 december 1845 in Diest geboren. Van zijn ouders erfde hij zijn aanleg voor de muziek en zijn liefde voor boeken. Hij deed zijn humaniorastudies bij de kruisheren in Diest en zijn priesteropleiding aan de seminaries van Sint-Truiden en Luik. Priester gewijd op 3 juni 1871 werd hij achtereenvolgens leraar aan de colleges van Huy en St. Roch. Zijn zwakke gezondheid verplichtte hem evenwel te stoppen met het lesgeven. Daniëls werd in 1876 slotkapelaan van de baron van Vogelsanck, waar hij tot rust kwam in de natuur en zijn geest zich voedde aan de rijk gevulde bibliotheek van het kasteel. Tevens werd hem het voorrecht gegund zijn gastheer te vergezellen naar Frankrijk, Italië en Duitsland, waar bij het bezoeken van de overrijke musea en de onvergetelijke architecturale monumenten, de kunstwereld zich definitief openbaarde voor zijn geest en de grondslag legde voor de werkzaamheden van zijn verder leven.
Uit die periode dateren zijn eerste geschiedkundige opstellen. Hij publiceerde artikels in tijdschriften, was medestichter van "'t Daghet in den Oosten", werd in 1887 corresponderend lid van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en was in 1896 bij de oprichters van het historische tijdschrift "L'Ancien Pays de Looz". Bij het overlijden van baron de Villenfagne in 1904 verliet hij Vogelsanck en werd hij door het bisdom benoemd tot bestuurder van de broeders van Liefde in Hasselt en tot rector van het Begijnhof, waar hij zijn intrek nam in het poortgebouw. Niet verwonderlijk dat zijn bijnaaam dan ook "pastoorke van het begijnhof" was.
Van dan af zette hij een stempel op het cultureel leven van de stad waar hij zich thuisvoelde. Omwille van zijn eruditie en belezenheid inzake geschiedenis, schilderkunst, architectuur en muziek verwierf hij in korte tijd een kring van vrienden en bewonderaars.
De gemeenteraad van Hasselt trof een wijs besluit door hem aan te stellen tot conservator van het stadsmuseum en tot archivaris. In januari 1914 werd hij voorzitter van de plaatselijke Geschied- en Oudheidkundige Kring waarbinnen vanaf 1923 de reeks Verzamelde Opstellen ontstond. Binnen deze kring organiseerde hij excursies en cursussen in België en Nederland waarbij de deelnemers zich telkens mochten verrijken aan zijn doorzicht en belezenheid. Vanuit deze hoedanigheid was hij eveneens de bezieler van de werkgroep die het standbeeld van Van Veldeke oprichtte op de Reddelberg.
In 1939, toen het gevaar van een dreigende wereldbrand concrete vormen aannam en priester Daniëls de last der jaren voelde doorwegen, besloot hij in Hoeilaart met rust te gaan. Hij overleed er op 3 december 1944. Het bombardement op het Hasselts Begijnhof werd hem bespaard.
In de wereld van zijn vrienden werd hij altijd "den abbé Daniëls" geheten. Aristocraat van geest wist hij zowel op straat, in zijn kerkelijke pastoraal als binnen samenkomsten van historische kringen met iedereen om te gaan. Zijn populariteit dankte hij aan zijn schrandere geest, zijn veelzijdige kennis en zijn meeslepend woord. (G.C.)